Euthanasie en Voltooid leven

Euthanasie en Voltooid leven


1. Waarom heb ik een euthanasieverzoek opgesteld?


2. 75-plussers die hun leven voltooid vinden - tegenstand.


3. 75-plussers die hun leven voltooid vinden - afwachten


4. 75-plussers die hun leven voltooid vinden - ontkende autonomie


5. Zes misverstanden over euthanasie


6. Begeleiding bij versterven in een hospice


7. Stijging aantal euthanasiegevallen en een nieuwe aanbieder euthanasiezorg #


8. NVVE heeft een eigen Euthanasieweek #


9. Zelf beslissen over jouw leven


10. Mag je zelf beslissen wanneer het mooi is geweest?


11. Meer keuzevrijheid van sterven is gewenst






1. Waarom heb ik een euthanasieverzoek opgesteld?


Ik heb een euthanasieverklaring. Niet omdat ik zo graag dood wil, maar om bijtijds, zorgvuldig en doordacht te kunnen aangeven dat ik bij fysiek en/of psychisch ondraaglijk en/of uitzichtloos lijden niet meer verder wil leven. Die verklaring heb ik ook uitgebreid doorgesproken met mijn kinderen en mijn huisarts.

Mijn verklaring bestaat uit drie onderdelen:

- De uitgangspunten en omstandigheden die van belang zijn bij het verzoeken om euthanasie.

- Een behandelverbod in geval van bepaalde lichamelijke aandoeningen of omstandigheden.

- Een clausule met betrekking tot dementie.

En omdat het niet zeker is - of niet zo hoeft te zijn - dat mijn huisdokter de behandelend arts is in de periode dat euthanasie aan de orde zou kunnen zijn, moet de tekst van de verklaring zo duidelijk en eenduidig moge-lijk zijn geformuleerd.


Ik hecht veel waarde aan mijn zelfbeschikkingsrecht. Mijn ‘zelf’ is

de som van keuzes die ik tijdens mijn leven maak en heb gemaakt.

En ik wil dat combineren met mijn instelling om zoveel mogelijk zelf

zeggenschap te hebben en regie te voeren over mijn doen en laten

in mijn leven. Een dergelijke zelfbeschikkende houding geldt wat mij

betreft ook voor het kiezen van het moment en de wijze waarop van

doodgaan. Dit alles natuurlijk voor zover mogelijk en binnen de wet-

telijk gestelde kaders en procedures. Want een euthanasieverkla-

ring is niet dwingend maar een verzoek aan de behandelende arts.


Hoe dan ook, een houding als: ‘ik leef nu en voor de rest zien we wel’, vind ik niks. Want het ‘we-zien-wel’ kan jou en jouw naasten behoorlijk opbreken als blijkt dat je te laat bent om tijdig nog het goede juiste te kunnen doen. Alles wat nu in alle rust en met voldoende aandacht kan worden overlegd met elkaar en kan worden geregeld en vastgelegd, geeft overzicht en rust. En daar horen dus ook zaken bij als het opstellen van een euthanasieverklaring. Maar ook een laatste wilsbeschikking hoort in dit rijtje thuis. Over bijvoorbeeld de keuze van begraven of cremeren. En hoe aan een afscheidsbijeenkomst inhoud kan worden gegeven en hoe deze zal worden georganiseerd.


Een andere belangrijke reden voor het opstellen van mijn euthanasieverklaring is dat ik veel waarde hecht aan ‘kwaliteit van leven’: een fysiek en psychisch door mij ervaren acceptabel niveau van levenskwaliteit. Dus, dat ik nog voldoende zin kan geven aan mijn leven en dat ik vanuit een zelfbeschikkingsbesef de regie kan behouden over een leven dat gekenmerkt wordt door een voor mij aanvaardbaar niveau van geestelijk en lichamelijk welbevinden en een voor mij aanvaardbaar niveau van zelfredzaamheid. En de grens hierbij is voor mij een voorzienbare resterende leefsituatie in overwegende zorgafhankelijkheid en voortdurende hulp van anderen.

Vanwege een dergelijk acceptabel niveau van levenskwaliteit kies ik voor ‘goed en korter’ en niet voor ‘minder en langer’. Dus geen levensverlengende behandelingen die vooral een doel in zichzelf hebben en waarvan niet duidelijk is wat de lijdensgevolgen zullen zijn. Met andere woorden: de voorgestelde vervolgbehande-lingen moeten wel leiden tot een verbetering van mijn ziekte/mijn leven. Zo niet, laat dan maar…


Tegenstanders van euthanasie vinden dat er tegenwoordig geen ruimte meer lijkt te zijn voor normale aftake-ling, tegenslag en lijden. Maar dat aftakeling 'normaal' is, maakt het nog niet goed of waardevol. En als die aftakeling en dat lijden ook nog ‘s ondraaglijk en uitzichtloos zijn, dan kan ik werkelijk niet verzinnen waar dit soort van lijden en tegenslag goed voor is.

En het als alternatief aanvoeren van de mogelijkheid van palliatieven sedatie (p.s.) vind ik onjuist. P.s. is zo wie zo in de bedoeling en werking geen alternatief voor euthanasie. P.s. vindt namelijk pas plaats vlak nadat met zekerheid kan worden vastgesteld dat het overlijden aanstaande zal zijn. Er kan dan dus naar dat moment toe al een hele lijdensweg hebben plaatsgevonden. En, p.s. klinkt misschien wel zacht en vredig, maar in nogal wat van de gevallen kan zo’n p.s.-traject ook een dagen durende lijdensweg zijn. Tenslotte, als te vroeg wordt begonnen met p.s. dan bestaat er ook nog ‘s de kans dat een patiënt alsnog een vreselijk stervensproces moet doormaken.


Laat ik dit artikel luchtig eindigen met het vermelden van een variatie op wat René Gude - ooit denker des vaderlands - heeft geformuleerd: “Sterven is niet moeilijk of erg. Iedereen kan het en niemand krijgt er ooit spijt van”.


Herman




2. 75-plussers die hun leven voltooid vinden - tegenstand.


Hulp bij zelfdoding is in Nederland verboden, tenzij er

aan hele strenge voorwaarden is voldaan. Zo moet er

sprake zijn van ondraaglijk lijden, moet er geen behan-

deling meer mogelijk zijn en moet de zelfdoding plaats-

vinden onder begeleiding van een arts. In de praktijk

komt het erop neer dat door die strenge regels er maar

weinig artsen zijn die hieraan durven of willen meewer-

ken.


Rond deze kwestie is weer ’s hommeles ontstaan door

uitspraken van de voorzitter van de Coöperatie Laatste

Wil (CLW), Luc Van Gorp over ‘een voltooid leven’ en

door een rechtszaak inzake (oud-)leden van deze coöperatie. Vraag is of deze mensen deelnemen aan een criminele organisatie met als doel: hulp bij zelfdoding. Het is namelijk verboden om middelen te verhandelen met het doel om uit het leven te stappen. Dat is hulp bij zelfdoding. De rechter heeft hiervoor maar liefst acht zittingsdagen uitgetrokken. Het ingewikkelde aan deze zaak is in hoeverre de verdachten illegaal bezig waren. Het middel is namelijk legaal te koop en je mag het ook in huis hebben. De vraag is dus of het illegaal is om mensen daarop te wijzen? CLW wordt als organisatie zelf trouwens niet vervolgd. Deze coöperatie wil dat de geldende wetgeving minder streng wordt en dat het beschikbaar stellen van een middel waarmee iemand zelf uit het leven kan stappen wordt toegestaan. ICM-voorzitter Luc Van Gorp stelt dat mensen op het einde van hun leven moeten kunnen aangeven dat hun leven voltooid is. Ook als er geen sprake is van ondraaglijk lijden.

Het merkwaardige doet zich voor dat er over deze kwesties al jaren wordt gedebatteerd met experts en opiniemakers, maar ouderen vanaf 75 jaar met de wens om hun leven te kunnen beëindigen wordt niks gevraagd!


De rode draad bij ‘voltooit leven’ is autonomie, of liever het gebrek eraan. Want zodra mensen oud worden, nemen we hun levens over en zetten we ze waar we ze hebben willen. Alsof bij oud-worden elk recht op inspraak en respect wordt ontnomen.

Ondertussen denken veel ouderen dat er nog wel een plekje in een verzorgingshuis, verpleeghuis of hospice te vinden zal zijn als de nood aan de mens is en het thuis niet langer lukt. Maar omdat er steeds meer ouderen bij komen en de beroepsbevolking naar verhouding krimpt, gaat dat dus steeds moeilijker lukken!


Het wetsvoorstel over voltooid leven van D66 ligt ondertussen al jaren op tafel. Mensen van 75 jaar of ouder kunnen volgens dit voorstel met behulp van een arts uit het leven stappen als zij vinden dat hun leven vol-tooid is. Die hulp bestaat er onder meer uit dat er een middel beschikbaar wordt gesteld door de arts. Het voorstel is echter aangehouden omdat de Raad van State het op onderdelen niet zorgvuldig genoeg vindt geformuleerd.

Vooral christelijke en conservatieve partijen zijn geen voorstander van een dergelijke verruiming. De overheid moet volgens hen waken over de 'beschermwaardigheid' van het leven en haar regie over het levenseinde niet loslaten. Dus in geval van een als voltooid aangemerkt leven dient er geen sprake te zijn van het beschikbaar stellen van een ‘middel-x’ dat na gebruik tot de dood leidt. Opvallend is dat deze tegenstanders doorgaans niet tot de groep ouderen vanaf 75 jaar behoren en dat ze zich bedienen van argumenten die vaak zijn ingeven door een levensbeschouwing waar veel ouderen geen boodschap aan hebben.


Verval en sterven zijn volgens deze tegenstanders van waarde en wie die waarden aan het oog wil ont-trekken of elimineren, heeft geen waardering voor mensen die oud zijn, lijden en sterven. Die waardering is juist heel hard nodig. Nou, daar zijn gebrekkige en eenzame ouderen lekker mee! Want het gaat die ouderen niet om een tekort aan ‘waardering’, het gaat om ‘genoeg geleefd’ en om existentiële eenzaamheid. Maar, dat komt volgens deze tegenstanders omdat die ouderen de autonomie te veel hebben omarmd in hun hang naar zelfstandigheid en omdat ze het maken van eigen keuzes belangrijk vinden. En ja, dat leidt dus vanzelf tot eenzaamheid en tot een samenleving met ik-gerichte lieden. Eigen schuld, dikke bult! Ouderdom komt weliswaar met gebreken, maar dat vangen we wel op als we als samenleving ouderdom beter weten te waar-deren. Daarenboven moeten we gewoon accepteren dat het leven ook moeilijk en zwaar kan zijn. Het leven is nu eenmaal geen simpel ding; het is rommelig en onaf. Dus geef meer ruimte om te kunnen zeggen dat we ons somber voelen, dat het niet goed met ons gaat en dat we eenzaam zijn. We moeten ons oefenen in die rommeligheid en het daarover hebben. Wij zijn mensen met lek en gebrek. Soms zijn we eenzaam. Soms doen we dingen die mislukken. Soms weet we niet hoe het verder moet. Soms zijn we bang. Dat zijn gevoe-lens en gedachten die iedereen herkent. Dus daar moet je ook als oudere niet zo over zeuren...

En dan die angst voor afhankelijkheid. Ook zo’n ding. Afhankelijkheid is in onze samenleving onterecht tot iets ellendigs gedegradeerd, zo vinden de tegenstanders. Afhankelijkheid heeft juist iets moois! Het leven krijgt juist waarde in afhankelijkheid, in het samenzijn met anderen. Samen aangaan wat moeilijk is en dat met elkaar delen. Dat kwetsbare, eenzame, moeilijke leven maakt het juist de moeite waard. Daarenboven is er ook nog zoiets als barmhartigheid; de moed om te zien wat we liever niet zien: onze kwetsbaarheid, ons tekort. Dat hoort óók bij het leven en dat mag er ook zijn.


Ongelooflijk dat je dergelijke overwegingen kan bedenken als ik vind dat mijn goede leven voltooid is! Door medemensen die nota bene nog lang geen 75 jaar zijn en nog midden in het leven staan. Die zich geen enkele voorstelling kunnen maken van hoe en waarom ouderen vinden en voelen dat het welletjes is geweest en dat langer leven niks meer toevoegt. 


Herman



3. 75-plussers die hun leven voltooid vinden - afwachten.

 

Werkelijke zelfbeschikking van het individu over zijn

levenseinde houdt in dat middelen beschikbaar wor-

den gesteld waarmee iemand een eind aan zijn/haar

leven kan maken zonder tussenkomst van derden.  

Op 17 juli 2020 werd door D66 een initiatiefwetsvoor-

stel ‘Voltooid Leven’ ingediend.  Dit voorstel had als

doel om mensen van 75 jaar en ouder hulp bij zelf-

doding te verlenen als ze vinden dat hun leven ‘volt-

ooid’ is.

De KNMG (de Nederlandse Artsenfederatie) had in-

dertijd bij dit wetsvoorstel de nodige bedenkingen:

- De doodswens is doorgaans ambivalent en veran-

derlijk. Vaak gaat achter zo’n doodswens een inge-

wikkelde problematiek schuil, zoals eenzaamheid, sociale isolatie, gevoelens van overbodigheid, het idee afgedankt te zijn door de maatschappij, of het gevoel anderen tot last te zijn.

- De wet kan ouderdom stigmatiseren en het onwenselijke signaal geven dat het leven van ouderen minder waardevol is dan dat van jongeren.

- De maatschappij moet zich inzetten om gevoelens van eenzaamheid en overbodigheid bij ouderen te voor-komen. Ook dient de behoefte aan eigen regie rond het levenseinde een rol te krijgen.

Het D66-wetsvoorstel heeft het niet gehaald. Dit, terwijl In 2013 tweederde van de Nederlanders vond dat hulp bij zelfdoding mag worden verleend als iemand  zijn of haar leven voltooid vindt. En nog steeds groeit onder senioren de wens tot het zelfgekozen levenseinde.

 

Het is al weer ruim 30 jaar geleden (1991) dat rechtsgeleerde Huib Drion in een opiniestuk het idee van zijn pil lanceerde voor iemand die zijn leven voltooid acht. Niet dat hij echt zo’n middel had, maar hij bedoelde wel dat er zoiets beschikbaar zou moeten zijn als je vindt dat jouw leven voltooid is. Ofwel vervuld, of zoals ik ergens las: als je vind dat jij jezelf hebt overleefd. Maar na drie decennia zijn we nog geen stap dichter bij dit doel gekomen. En het is de vraag of zo’n ‘pil’ er ooit zal komen.

 

Er bestaat nu wel voor mensen met een stapeling van ouderdomsklachten de mogelijkheid van euthanasie of hulp bij zelfdoding. Maar bij euthanasie gaat het om een verzoek aan de arts die moet vaststellen of aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (w.o. ondraaglijk en uitzichtloos lijden). En het verlenen van medewerking bij zelfdoding door een arts is slechts onder strikte voorwaarden mogelijk. Waar het om gaat is dat ik in geval van een voltooid leven de hulp van een stervensconsulent moet kunnen inroepen die met mij komt praten en me dan barmhartig de middelen verstrekt waardoor ik zachtjes uit het leven kan weggaan. Zonder pijn, aftakeling, dementie en  verlies van waardigheid. Een ieder die vindt dat zijn leven voltooid is, moet daar zelf de verantwoordelijkheid voor kunnen nemen. Mensen beschikken immers zelf over hun lot. En wil je dit niet, ook goed. Dan word je zo goed mogelijk verzorgd tot aan het natuurlijke levenseinde.

Maar zonder een wettelijke regeling is hulp bij zelfdoding tot op heden dus niet mogelijk. Als je er van over-tuigd bent dat jouw leven voltooid is, dan kun je nu alleen op een verschrikkelijke manier een eind aan je  leven maken. 

 

Naast de in mijn vorige artikel vermelde bedenkingen, liggen er vooral christelijke gedachten ten grondslag aan het bestrijden van het uitgangspunt om op een gecontroleerde en waardige manier het leven te kunnen  beëindigen. Maar als je niet gelooft in een hogere macht die voor jou beslist? Ik vind dat wij zelf kunnen en mogen beslissen over ons doen en laten, zolang wij anderen daarbij geen kwaad doen.


Herman



 

4. 75-plussers die hun leven voltooid vinden – ontkende autonomie

 

Er zijn mensen die vinden dat de samenleving zich

zou moeten buigen over de vraag of ouderen niet

te veel de indruk wordt gegeven dat ze geen enkel

nut meer hebben. En we zouden ons daarom bezig

moeten houden met de vraag of we mensen op die

leeftijd werkelijk nog wat te bieden hebben En zo

ja, hoe kunnen we dat dan organiseren?

Maar ik denk dat we die vraag uiteindelijk negatief

moeten beantwoorden. Daarenboven, het aantal

ouderen zal de komende jaren fors toenemen. Het

wordt dus so wie so  een forse opgave om ouderen

de meest elementaire zorg te kunnen blijven bie-

den. In de ouderenzorg is nu al helemaal geen tijd

om geduldig en in alle rust bezig te zijn met onze ouderen. Het is het huidige ouderenbeleid te verwijten dat wij ze  geen omgeving kunnen bieden waarbinnen ze zich geborgen en gerespecteerd voelen! Als we kosten/ baten en efficiëntie in de zorg prediken, moeten we niet verbaasd zijn als mensen zich allesbehalve verzorgd voelen, maar eerder verwaarloosd. Hiermee wil ik niet beweren dat het idee van een voltooid leven hier rechtstreeks mee te maken heeft, maar kom me niet aanzetten met allerlei ideeën die onhaalbaar zijn en/of niet aansluiten bij de huidige belevingswereld en leefomstandigheden van ouderen.

 

Daarenboven, we leven niet in een maatschappij waarin de verschillende leeftijden gemakkelijk mengen en voor elkaar klaar staan. Onze samenleving is sterk geïndividualiseerd en autonomie is leidend. Ouder-wordende mensen worstelen met hun afhankelijkheid van anderen. Het is onbarmhartig om te zeggen: ‘u moet maar gewoon leren om kwetsbaar en afhankelijk te zijn’. Dat moet je trouwens niet pas leren als je echt oud geworden bent. Verder moeten we erkennen dat de groep ouderen tegenwoordig even divers is als alle andere leeftijdscategorieën in de samenleving; ze hebben uiteenlopende achtergronden, behoeften, wensen en interesses. En tenslotte denk ik dat ouderen die het financieel moeilijk hebben en behoren tot de lagere maatschappelijke geledingen kwetsbaarder zijn  en  vanuit andere  overwegingen hun leven als voltooid ervaren dan hun andere leeftijdgenoten.

Kortom, als mensen hun leven als voltooid beschouwen dan heeft dat met vele factoren te maken, maar ook met de context waarin ze leven en de mogelijkheden die die context hen biedt.

 

Ook in praktische zin doen zich zaken voor die senioren bij uitstek treffen. Zoals het sluiten van trein- en bankloketten; het afschaffen van bushaltes; het opheffen van pinautomaten en het stoppen van buurtwinkels. Als je niet langer zelfstandig boodschappen kan doen op wandelafstand, dan valt een groot deel van je zelf-standigheid weg. Als je er niet in slaagt de trein te nemen omdat er geen loketten meer zijn en je de ticket-automaat niet begrijpt, dan blijf je thuis. Ik wil maar zeggen, senioren raken niet alleen geïsoleerd omdat niemand naar hen omkijkt, maar ook omdat hun bewegingsruimte ernstig wordt ingeperkt door marktdenken en een nietsontziende hang naar efficiëntie.

 

Met een wens rondlopen om er mee op te houden omdat je tot de overtuiging bent gekomen dat het leven zo onderhand voltooid is, is overigens nog iets anders dan daar definitief werk van maken. De praktijk leert immers dat veel mensen in die laatste levensfase hun grenzen oprekken. Daarenboven vraagt het moed om je eigen aanstaande sterfelijkheid onder ogen te zien.  In elk geval is het dan zaak het waarom en de manier waarop van een levenseinde met anderen te bespreken. Met als centrale vraag: Wat maakt het leven (nog) nog de moeite waard? En het is altijd goed om met regelmaat te reflecteren op je eigen levenseinde.

Hoe dan ook, ik hoop oprecht dat kwetsbare ouderen binnen afzienbare tijd zelf mogen beslissen over leven en sterven. Maar het zal helaas nog wel even duren voordat er een wettelijke regeling is die tegemoet komt aan de ware individuele zelfbeschikking: namelijk zonder inmenging van een huisarts of stervensbegeleider jouw levenseinde zelf kunnen bepalen.

 

Het vraagstuk van ‘het voltooide leven’ valt niet op te lossen met wat extra budget hier en wat bijkomend initiatief daar. Het vraagt om een fundamenteel andere kijk op de hele samenleving en op de ouderen daarbinnen. Ouderen hebben met elkaar gemeen dat ze zelf willen kiezen wat ze doen, wanneer en met wie. En ook willen ze, zoals iedereen, graag gezien en gerespecteerd worden en onderdeel uitmaken van de samenleving. Dus, als dat allemaal wegvalt…

Tenslotte, laten we het allemaal niet groter maken dan het is. Wij allen zijn slechts een schakel in een ketting van generaties en ‘het leven’ gaat toch wel door.


Herman

 


5. Zes misverstanden over euthanasie


Uit recent onderzoek blijkt dat 20 jaar na de invoering

van de euthanasiewet in Nederland nog veel misver-

standen bestaan over euthanasie. De NVVE-nieuws-

brief geeft aan hoe het echt zit als we kijken naar zes

misverstanden over euthanasie. Hieronder een bewerk-

te versie hiervan


1. Verlenen álle huisartsen euthanasie?

Nee, niet álle artsen verlenen euthanasie. Er zijn nog

steeds artsen die er niet aan willen meewerken of bij

twijfel geen euthanasie verlenen. Daarom is het zo 

belangrijk om met jouw arts in gesprek te gaan en te

vragen hoe deze tegenover euthanasie staat. 

Bespreek in dit gesprek ook wat je als  ondraaglijk lijden ziet en leg dit uit aan de hand van het leven dat je leidt. Dit maakt jouw lijden invoelbaar voor je arts en dat kan helpen om met je mee te gaan in jouw eutha-nasiewens. Wil jouw arts dat niet, dan heb je nog tijd om naar een andere arts op zoek te gaan.

2. Kun je alleen als je dodelijk ziek bent om euthanasie vragen?

Nee, een euthanasieverzoek moet wel een medische grondslag hebben maar die beperkt zich niet tot een ernstige of terminale ziekte. Euthanasie is ook mogelijk bij dementie, psychiatrische ziektes en stapeling van ouderdomsklachten. Het verzoek om euthanasie moet wel voldoen aan de zes eisen die in de euthanasiewet zijn opgenomen. Alleen jij of via jouw schriftelijke verzoek kunt je om euthanasie vragen. Artsen zijn nooit ver-plicht om euthanasie uit te voeren.

3. Is euthanasie bij dementie wel of niet mogelijk?

Euthanasie is wél mogelijk bij dementie maar je moet er wel vooraf iets voor doen. Het belangrijkste is dat je een schriftelijk euthanasieverzoek hebt opgesteld en ondertekend en dit hebt besproken met jouw arts om het op te laten nemen in jouw medisch dossier. Kom er regelmatig op terug  zodat jouw arts weet dat jouw wens actueel is. Krijg je de diagnose dementie, bespreek dan al in een vroeg fase - wanneer je nog wilsbekwaam bent - wat je wensen zijn en wat je als ondraaglijk lijden ziet.

4. Is euthanasie geregeld met mijn schriftelijk euthanasieverzoek?

Nee, alleen een schriftelijk euthanasieverzoek opstellen is niet voldoende. Het geeft wel goed aan waarom je in bepaalde omstandigheden zou willen sterven met behulp van een arts. Gebruik het als praatdocument om met jouw arts het gesprek aan te gaan over jouw euthanasiewens. Je kunt dan ook meteen vragen of jouw arts later mee zou kunnen gaan in jouw verzoek. Heeft jouw arts bezwaren, dan kun je op zoek gaan naar een andere arts.

5. Heb ik recht op euthanasie?

Nee, in Nederland heeft niemand recht op euthanasie. Euthanasie is een verzoek aan jouw arts om u te helpen sterven als het moment daar is. Jouw arts hoeft niet in jouw wens mee te gaan. Ook al heb je opgeschreven wat je wil en als jou vraag past bij alle eisen van de wet. Als jouw arts niet mee wil gaan in jouw verzoek, dan moet hij dat zeggen. Je kunt dan om een verwijzing vragen naar een andere arts of naar het Expertisecentrum Euthanasie.
6. Regel ik euthanasie met een levenstestament?

Nee, met een levenstestament regel je vooral financiële zaken voor het geval dat je dat zelf niet meer kunt, bijvoorbeeld omdat je wilsonbekwaam bent geworden. Je moet  een euthanasieverzoek als apart document opstellen. Bespreek jouw verzoek met je arts, kijk naar wat er kan en mag en laat jouw schriftelijke eutha-nasieverzoek in jouw medisch dossier opnemen. Door er regelmatig op terug te komen weet jouw arts dat je er nog steeds achter staat. Dat is belangrijk voor het geval er iets met je gebeurt.  


Herman




6. Begeleiding bij versterven in een hospice


Meer vrijheid van sterven. Een ingewikkeld onder-

werp Want iedereen beseft dat het leven kostbaar

is en dat daar niet lichtzinnig mee kan worden om-

gegaan. De stand van zaken rond dit onderwerp is

dat hulp bij een vrijwillig levenseinde slechts bereik-

baar is voor mensen met een medische aandoening

en alleen artsen mogen die hulp verlenen. Mensen

die geen lichamelijke of psychische ziekte hebben,

maar toch het leven willen verlaten, hebben dus

niets aan de euthanasiewet. Vastgesteld kan even-

wel worden dat een meerderheid van de Nederland-

se bevolking vindt dat professionele stervenshulp

mogelijk zou moeten zijn als mensen om andere dan medische redenen niet meer verder willen leven. Het betreft mensen van boven  de 75 jaar die geen (ernstige) lichamelijke ziekte hebben en toch vinden dat hun leven voltooid is. Ze hebben er genoeg van, om wat voor reden dan ook.


Voor velen is de dood iets wat hun overkomt. Maar ‘spontaan doodvallen komt steeds minder voor. Slijtage gaat wél door, met dementie, blind- of doofheid, artrose of Parkinson tot gevolg. Die ziekten zijn alleen te ontlopen door tijdig dood te gaan. Maar een euthanasieverzoek is in dergelijke gevallen niet van toepassing. Maar je kan wel besluiten te stoppen met eten en drinken. Versterven  noemen we dat.

Bewust afzien van eten en drinken staat de laatste jaren in Nederland op de kaart. Dat komt jaarlijks bijna tweeduizend keer voor. Dat is zo’n 20 %  van de ruim negenduizend keer dat in 2023 euthanasie werd ver-leend. Maar bij euthanasie geef je de regie uit handen en ben je afhankelijk van artsen die de wettelijk opgestelde criteria moeten toepassen. Je kunt echter ook op een ‘natuurlijke’ manier overlijden en de regie zelf in handen nemen door te besluiten niet meer te eten en te drinken.

Dat vergt wel een goede voorbereiding. Huisartsen maken dit bewuste afzien van eten en drinken ook steeds vaker bespreekbaar. Er is meer duidelijkheid gekomen voor artsen en levenseindeconsulenten welke hulp bij zelfdoding wel en wat niet strafwaardig is. En een commissie van de artsenorganisatie KNMG schreef een richtlijn voor familie en artsen over bewust afzien van eten en drinken. Ook ouderenbonden en patiënten-organisaties schreven hieraan mee. En dit jaar doet de Erasmus Universiteit onderzoek naar de bevindingen rond versterven.

 

Uit onderzoek blijkt dat ook hospices steeds vaker aanvragen krijgen voor dit zelfgekozen levenseinde. De hulpvragen komen veelal van oudere mensen die hun leven als voltooid beschouwen, maar voor wie eutha-nasie geen optie is. Zij hebben geen levensbedreigende ziekte, maar willen niet afhankelijk worden van zorg. Als deze mensen met deze specifieke vraag  een plek krijgen in een hospice, dan wordt geadviseerd om thuis al minder te gaan eten, maar niet te stoppen met drinken. Dat gebeurt pas in het hospice onder medi-sche begeleiding. Zij overlijden meestal binnen een à twee weken. 


Op hoge leeftijd stoppen met eten en drinken op weg naar de dood is overigens zo oud als de weg naar Rome. Classicus Anton van Hooff vond grafstenen uit de oudheid  met inscripties dat iemand na een lang leven was gestopt met eten en drinken. Je zou kunnen zeggen dat de natuur oude mensen en dieren bij groot lijden de uitweg heeft gegeven van versterven. Geleidelijk ga je steeds minder eten. En als je niets meer eet, verdwijnt het hongergevoel. Als je daarna minder gaat drinken en goede mondverzorging krijgt, volgt na een week volhouden met niet drinken de fase waarin je zelfs niet meer wíl drinken. 


Laten we niet vergeten, het is een bevrijding als je weet dat je kunt ontsnappen uit de fuik van schaamtevol sterven. Bijvoorbeeld als een oud mens lijdt aan bijvoorbeeld gevorderde Parkinson en smeekt om te mogen sterven, maar geen gehoor vindt. Velen sterven een 'shameful death’, een schaamtevolle dood’. Vooral mensen die sociaal reeds gestorven zijn. Versterven – mits goed begeleid – kan dan een optie zijn.


Maar sterven door te stoppen met eten en drinken.is geen appeltje eitje! Mensen die willen sterven door te stoppen met eten en drinken, blijken daar al jaren mee bezig zijn en nemen doorgaans ook hun familie in dat traject mee. Je kunt groot respect hebben voor mensen die daartoe besluiten. Potentiële gasten die dat willen aangaan in een hospice moeten wel nagaan in welke hospices men berekend is met de begeleiding van versterven. Als dat zo is, dan wordt je thuis bezocht door een algemeen coördinator voor een gesprek waarbij ook de eigen huisarts en de naasten aanwezig moeten zijn. In zo’n gesprek wordt flink doorgevraagd en het hele stappenplan van stoppen met eten en drinken wordt uitgebreid uitgelegd. Als er twijfels zijn bij de huisarts, de algemeen coördinator of bij de persoon die zegt te willen stoppen met eten en drinken, dan gaat de opname niet door. Deze manier van sterven luistert namelijk heel nauw en vraagt maatwerk. Het vergt veel doorzettingsvermogen. Dat is echt niet voor iedereen weggelegd.


Stoppen met eten en drinken is een hele stap! En er is niets romantisch aan. Er gebeurt heel veel in een lichaam als je niet meer eet en drinkt. Mensen moeten goed weten waar ze aan beginnen. En van hospice-medewerkers hoor je dat het mentaal zwaarder is om een bewoner te helpen die stopt met eten en drinken dan een bewoner die ‘gewoon’ terminaal is.


Herman




7. Stijging aantal euthanasiegevallen en een nieuwe aanbieder                        euthanasiezorg.


Mirjam Bikker, fractievoorzitter van de ChristenUnie

in de Tweede Kamer, diende samen met andere Ka-

merleden in april van dit jaar een motie in. Daarin

wordt de minister van VWS opgeroepen onderzoek te

doen naar de continue stijging van het relatieve en ab-

solute  aantal euthanasiegevallen. De minister wil  in-

derdaad hiervoor opdracht geven. Ze kondigde aan in

gesprek te zijn over hoe het onderzoek vorm te geven.  
Het aantal euthanasiemeldingen stijgt elk jaar. Dat la-

ten de cijfers van de Regionale Toetsingscommissie

Euthanasie (RTE) zien. Die stijging is overigens niet

spectaculair: in 2022 ging het om 8.720 meldingen,

in 2021 waren het er 7.666 en in 2020 6.938. Dus stijgingen met respectievelijk 13,7%, 10,5% en 9,1%.Het aantal euthanasiegevallen op het totaal aantal stergevallen blijft redelijk constant: 4,1% in 2020, 4,5% in 2021 en 5,1% in 2022. Het is verder belangrijk op te merken dat de RTE in de jaarverslagen steeds benadrukt dat er in Nederland een uiterst zorgvuldige euthanasiepraktijk is ontstaan sinds in 2002 de Wet toetsing levens-beëindiging en hulp bij zelfdoding van kracht werd. Alleen als je aan alle zorgvuldigheidseisen voldoet én jij de weg in het doolhof weet te vinden dat soms ontstaat als de eigen arts niet bereid is, wordt euthanasie verleend. 


Er is wel een aantal verklaringen te verzinnen hoe het komt dat het aantal euthanasiegevallen stijgt. Maar vaststellen is altijd beter dan gissen.                                                                                                             

Een voor de hand liggende verklaring is dat de Nederlandse bevolking vergrijst. Meer mensen worden steeds ouder, met dank aan een steeds beter wordende gezondheidszorg. Waar mensen vroeger stierven aan hart- en vaatziekten, kanker en tal van andere ziekten, worden die steeds meer uitgebannen of chronisch. Resul-taat is dat mensen zich steeds vaker geconfronteerd zien met – bijvoorbeeld – een stapeling van ouderdoms-aandoeningen als gevolg van slijtage van het lichaam. Of met krijgt de diagnose dementie,  een  verwoesten-de ziekte die lang niet alle mensen willen doorlopen tot er een natuurlijke dood op volgt.                 

Nog een andere verklaring zou de ontkerkelijking kunnen zijn. Mensen laten zich minder dan vroeger leiden door wat sommige religies voorschrijven. In de kerk is euthanasie overigens steeds minder een taboe.

En een derde verklaring is dat er, mede door de inspanningen van de NVVE, steeds meer maatschappelijke acceptatie is over het feit dat er regie mogelijk is op het levenseinde. Het is niet altijd nodig om de hele levensrit uit te zitten.


Opvattingen en levenswensen zijn veranderd. De babyboomgeneratie die zich in de jaren  zestig van de vorige eeuw los worstelde van dogma's, komt op leeftijd en zet meer in op zelfredzaamheid. Niet iedereen wil bijvoorbeeld naar een verpleeghuis of hulpbehoevend worden. En dat is niet alleen aan het levenseinde zo. 


Hoe dan ook, de bekendheid van euthanasie wordt groter onder de mensen. En een groter aantal mensen in Nederland wordt steeds ouder. Twee belangrijke factoren die van belang zijn als we kijken naar de groei in de euthanasie. En het proces van euthanasie omvat een zorgvuldige begeleiding door de huisarts of het Exper-tisecentrum Euthanasie. 

Vanaf eind 2023 is er een nieuwe aanbieder van euthanasiezorg: de Maatschap Euthanasie Zorg. Zes artsen hebben die organisatie opgericht als aanvulling op de gebruikelijke route. Hun overwegingen daarbij zijn dat het aantal mensen dat op een wachtlijst komt te staan groeit. Maar het aantal artsen dat euthanasie uitvoert groeit niet even snel als de vraag naar euthanasie. En niet alle huisartsen willen meewerken aan een eutha-nasieverzoek. Dat komt onder andere door de werkdruk van huisartsen. Een euthanasietraject begeleiden, is - naast die al overbelaste werkdruk - erg intensief. En dan kan nu dus naast het Expertisecentrum ook deze maatschap worden ingezet. Dat kan ondersteuning bieden of het traject helemaal overnemen.

Met de komst van de Maatschap Euthanasie Zorg verwacht deze club de wachtrijen in de euthanasiezorg te kunnen verkorten. Het reeds bestaande Expertisecentrum Euthanasie van de NVVE kent al een hele tijd lange wachttijden. Daarom denkt de maatschap dat het Experticecentrum blij zal zijn over de komst van de nieuwe euthanasie-aanbieder.


Herman



8. NVVE heeft een eigen Euthanasieweek


De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) organiseert jaarlijks een Week van de Euthanasie.  Zo'n week is nog altijd nodig, ook al kent Nederland al ruim twintig jaar een euthanasiewet.














Bij een vrijwillig en weloverwogen verzoek in combinatie met ondraaglijk en uitzichtloos lijden mogen artsen sinds 2002 mensen helpen met waardig sterven. Een knelpunt is dat (huis)artsen nog te weinig bereid zijn euthanasie te verlenen. Als het gaat om terminale kanker of andere lichamelijke ziekten is men meestal nog wel bereidwillig, maar bij dementie, psychiatrische aandoeningen of een stapeling van ouderdoms-aandoeningen vaak niet. Dat is schrijnend. Vooral als in deze gevallen wél voldaan wordt aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen, maar niet wordt doorverwezen naar een collega-arts die wel wil helpen.

Er zijn ook mensen die niets aan de huidige wet hebben. Bijvoorbeeld omdat zij niet lijden aan een uitzichtloze ziekte. Zij kiezen daarom noodgedwongen voor een methode als stoppen met eten en drinken. Ik heb daar al eerder over geschreven (zie Ouder-worden/Euthanasie en Voltooid leven nr. 6). Recent publi-ceerde artsenfederatie KNMG praktische tips voor zorgprofessionals die hiermee te maken krijgen, als reactie op een toenemende mate behoefte aan regie over het eigen levenseinde. Stoppen met eten en drinken kán in bepaalde situaties zeker leiden tot een humane manier van overlijden. Maar we zien mensen ook dit pad inslaan bij gebrek aan een alternatief, om nog maar te zwijgen van gruwelijke suïcides. Of mensen ervaren dat het krijgen van euthanasie een soms wel heel moeizaam en langdurig traject is.  Niet zelden voelt het dus als een zwaar examen om dood te mógen.

Opmerkelijk is dat een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking al lange tijd van mening is dat professionele stervenshulp mogelijk zou moeten zijn als mensen vinden dat hun leven voltooid is. Opinie-













Als je mij iets wil laten weten, dan kun je me mailen: h.v.veldhuijzen@gmail.com

peilingen in het kader van de verkiezingen voor de nieuwe Tweede Kamer lieten dat weer zien. Volgens zowel Kieskompas als Kieswijzer is meer dan tachtig procent van de Nederlanders voorstander van de moge-lijkheid tot hulp bij een zelf gewild levenseinde. Man, vrouw, leeftijd, praktisch of theoretisch opgeleid – over de hele linie is men het hier ‘helemaal mee eens’ of ‘mee eens’. Het is dus jammer dat vele Nederlanders nergens terecht kunnen. D66 diende als voorvechter van zelfbeschikking eind 2023 een initiatiefwetsvoorsteln dat het voor 75-plussers op grond van een voltooid leven mogelijk moet maken afscheid te nemen van het leven. Maar bij de andere partijen is het met een lichtje zoeken naar pogingen tot verdere liberalisering van sterven.


Ruim twintig jaar na het van kracht worden van de wet is er een zorgvuldige euthanasiepraktijk ontstaan. Mensen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden als gevolg van een medische aandoening, zijn daarmee zeer geholpen. Maar het wordt nu hoog tijd voor een volgende stap. Door een uitstekende gezondheidszorg en toegenomen welvaart zijn er zelfbewuste generaties ontstaan die gewend zijn eigen keuzes in het leven te maken. Zij kiezen bijvoorbeeld niet voor maar blijven doorbehandelen en doormodderen bij ziekte. Of deze mensen zijn op enig moment klaar met het leven.

Principiële tegenstanders van een niet-natuurlijke dood zullen er altijd zijn. En een dergelijk standpunt ver-dient begrip en respect. Maar het mag niet zo zijn dat daarom het denken over meer mogelijkheden voor regie op het eigen levenseinde stopt. Het is zonneklaar dat een ruime meerderheid van de kiezende bevol-king hier behoefte aan heeft.


Herman

9. Zelf beslissen over jouw leven


De meeste Nederlanders vinden dat je zelf mag beslis-

sen over je leven. Hoog tijd dus dat de doodswens van

'mensen met een voltooid leven' wordt geëerbiedigd,

schrijft NVVE-bestuursvoorzitter Fransien van ter Beek. 

Hierna een weergave van dit door mij hier en daar wat

aangepaste artikel. Eigenlijk een vervolg op artikel 2 van

deze pagina.


Het Openbaar Ministerie gaat niet in hoger beroep in de

strafzaak die onlangs plaatsvond rond het verstrekken van

het zelfdodingsmiddel 'X'. Volgens Van ter Beek is het nu

dus hoog tijd dat de politiek serieus werk gaat maken van

een veilig en betrouwbaar stervensmiddel. Want de rechter

was in zijn uitspraak tegen leden van de Coöperatie Laatste

Wil(CLW) duidelijk: wie verandering van wetgeving wil, moet aankloppen bij de politiek. Want de rechter kan alleen binnen de wettelijke kaders rekening houden met feiten, omstandigheden en persoonlijke aspecten. Dat betekende dat hij twee CLW-leden die de distributie van het stervenmiddel X ten laste was gelegd, slechts een summiere voorwaardelijke celstraf heeft opgelegd, terwijl onvoorwaardelijke celstraffen tot 2,5 jaar waren geëist. De overige vier CLW-leden werden volledig vrij gesproken. De rechter sprak over ‘goedwillende amateurs’, die soms de grenzen uit het oogwaren verloren en bij wie het ideaal van autonomie bij het bepalen van het eigen sterven voorop heeft gestaan.


Vervolgens werd duidelijk dat het OM niet in beroep gaat, terwijl er toch een behoorlijke nederlaag is geleden. Hopelijk betekent dit het einde van een achterhoede gevecht dat het OM de afgelopen jaren heeft gevoerd. De politiek moet nu eindelijk serieus werk gaan maken van een wens die er overduidelijk in de samenleving is: zelf kunnen bepalen wanneer, waar en hoe te sterven. Dat hier een groot draagvlak voor is, blijkt uit de vierde evaluatie van de Wet levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl): twee van de drie Nederlanders vinden dat iedereen zelf moet kunnen beslissen over zijn of haar leven. En Kieskompas peilde in de aanloop naar de verkiezingen van november 2023 dat ruim tachtig procent van de Nederlanders vindt dat er hulp mogelijk moet zijn bij zelfdoding als iemand vindt dat het eigen leven voltooid is.


Dus reden genoeg voor de politiek om in actie te komen. Maar in het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie vinden we over dit onderwerp niets terug. Het recent afgetreden kabinet concludeerde eerder in haar reactie op de zojuist genoemde vierde evaluatie van de Wtl dat de huidige euthanasiewet voldoet en dat het niet nodig is om volgende stappen te zetten. Een merkwaardige conclusie, gezien de uitspraak in de hier-boven genoemde strafzaak.


In 2002 zette Nederland onmiskenbaar een belangrijke stap met het van kracht worden van de wet. Die lega-liseerde euthanasie en hulp bij zelfdoding bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Elk jaar weer blijkt uit de jaar-verslagen van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) dat zich in Nederland een uitermate zorgvuldige euthanasiepraktijk heeft ontwikkeld.Bij elke euthanasie die in Nederland wordt verleend, contro-leert een tweede, onafhankelijke arts van tevoren of aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan. En achteraf checkt een RTE nog een keer of alles volgens de regels is gegaan. Over 2023 werd geconstateerd dat van de 9.068 euthanasiegevallen er slechts vijf keer niet geheel volgens de strenge zorgvuldigheidseisen is ge-handeld. Dat minieme percentage wijkt niet af van de jaren daarvoor. Het gaat hierbij trouwens vrijwel altijd om procedurele of administratieve onzorgvuldigheden.

Maar dan hebben we het over de ‘medische route’.


Tijd dus om nu een volgende stap te gaan zetten. Want, waarom laten we mensen die volgens de huidige wetgeving niet in aanmerking komen voor euthanasie of hulp bij zelfdoding zo in de kou staan? Waarom moeten zij hun toevlucht nemen tot een illegaal circuit met alle schimmigheden van dien? Waarom accepte-ren we het niet dat niet iedereen een natuurlijke dood wil sterven? Waarom wordt er duur belastinggeld be-steed aan de bestrijding hiervan?

Kortom, waarom steken we onze energie niet in een ordentelijke regeling die tegemoetkomt aan wat er leeft in de samenleving? Het sentiment rond een zelfgewilde dood zal gaan toenemen nu we steeds ouder worden als gevolg van een steeds beter wordende gezondheidszorg. Ziektes waar we eerder dood aan gingen, wor-den uitgebannen of steeds beter behandelbaar.


Natuurlijk moet de regulering door de overheid van een veilig en betrouwbaar stervensmiddel uiterst zorgvul-dig zijn. Er moet bijvoorbeeld worden getoetst of het verzoek vrijwillig en weloverwogen tot stand is gekomen. Impulsieve zelfdodingen moeten voorkomen worden. Met de euthanasiewet van 2002 heeft Nederland laten zien dat het mogelijk is zo’n precair onderwerp in goede banen te leiden. Ook toen was men bang voor wild-westtaferelen. Die zijn echter op geen enkele manier bewaarheid geworden.

Door niets te doen worden dergelijke taferelen juist in stand gehouden.


  • Herman




10. Mag je zelf bepalen wanneer het mooi is geweest?


‘Levenseinde in eigen regie betekent dat je zelf bepaalt dát

en hóe je dood wil, zonder toetsing van derden'. Zo staat

dat op de website van Coöperatie Laatste Wil. De Coöpe-

ratie is opgericht ‘met als belangrijkste doel: een laatste

wilmiddel aan haar leden verstrekken. Een middel waar- 

mee mensen – zonder tussenkomst van een aarts of een

instantie – zelf hun leven kunnen beëindigen.

Nu is het verstrekken van dat middel nog steeds straf-

baar.


Maar we denken in de discussie over een zelfgekozen le-

venseinde te simpel over autonomie, meent filosoof

Govert den Hartogh. Interessant, deze bedenking! Want 

ook ik vind dat ikzelf moet kunnen beslissen of het genoeg

is geweest. Maar volgens deze filosoof wordt de discussie

over het zelfgekozen levenseinde niet op het juiste niveau

gevoerd. Want is een eigen keuze bijvoorbeeld ook altijd

een vrijwillige en weloverwogen keuze? En, hoe doordacht en autonoom is een dergelijke keuze?

Zijn boek What Kind of Death, the Ethics of Determining One’s Own Death biedt een ingang tot een genuanceerd gesprek over een zelfgekozen levenseinde. Om  het even of het nu gaat om euthanasie, zelf-doding of palliatieve sedatie.

 

Welke rol speelt het recht op zelfbeschikking in de discussie over euthanasie?
In Nederland denken we vaak dat het recht op zelfbeschikking betekent dat artsen zonder meer moeten mee-gaan in de wens van hun patiënten om hun leven te beëindigen. Los van de vaststelling dat het bij een derge-lijke wens altijd om een verzoek gaat, vindt Den Hartogh dat ook problematisch omdat die redenering niet rijmt met het recht op leven. Een onvervreemdbaar recht! Daar kun je dus niet zomaar afstand van doen. Er zijn maar heel weinig rechten die we als onvervreemdbaar beschouwen. Afstand doen van dat recht op leven is eigenlijk onmogelijk. Je hebt echter volgens hem wel het recht om een einde aan je eigen leven te maken als je daar zelf – vanuit eigen authenticiteit en meningsvorming - lang en goed over hebt nagedacht. En als je er met je naasten over hebt gesproken. Immers, bij dat zelfbeschikkingsrecht hoort ook de beschikking over je eigen levenseinde. Anders wordt elke beslissing een soort van tweederangs besluit. Bijvoorbeeld:  “Ik kies er voor naar een verpleeghuis te gaan, maar eigenlijk zou ik niet meer willen leven.”

 

Welke hulp zou hier geboden moeten worden?
Ook Den Hartogh vindt dat er middelen beschikbaar moeten komen voor humane zelfdoding, zodat de ver-antwoordelijkheid bij jezelf ligt. Maar die middelen kunnen volgens hem niet zomaar toegankelijk worden gemaakt, want ze kunnen worden misbruikt. Om dat te voorkomen geldt als voorwaarde: de keuze moet vrijwillig en weloverwogen zijn. Die voorwaarde is belangrijk, omdat we de kwestie van vrijwilligheid volgens Den Hartogh onderschatten. Een eigen keuze is nog geen vrijwillige keuze, zo stelt hij terecht. Een derde tot de helft van de paar miljoen mantelzorgers zegt zich overbelast te voelen. Dan kun je er dus van uit gaan dat mensen soms subtiele druk uitoefenen op hun naasten om een einde aan hun leven te maken. Misbruik en manipulatie liggen op de loer! Dus er moet volgens Den Hartogh een serieuze controle zijn op de waarachtig-heid van de wens van iemand om het leven voltooid te vinden.

 

Maar hoe weten we of iemands keuze vrijwillig en weloverwogen is?
Nederlandse artsen moeten zelf een beoordeling maken en er een onafhankelijke consulent bijhalen. Consu-lenten die goed getraind zijn en de patiënt onder vier ogen kunnen spreken, zodat ze kunnen uitsluiten dat er sprake is van druk uit de omgeving. En dan heb ik het nog niet eens over psychiatrische patiënten en de terughoudende opstelling die geboden is als sprake is van een euthanasieverzoek.

Hoe dan ook, de doodswens is voor een patiënt vaak een centraal onderwerp. Daarom moet je erover kun-nen praten en de mogelijkheid niet bij voorbaat uitsluiten aan een dergelijke wens tegemoet te willen komen.. Maar wel op voorwaarde dat je eerst op zoek gaat naar andere oplossingen. Ook omdat de patient die andere mogelijkheden misschien nog niet kent. Dus een patiënt motiveren om dergelijke alternatieven te overwegen, terwijl je haar of hem tegelijkertijd niet alleen laat in een uitzichtloze situatie.

 

Uiteindelijk kunnen wij alleen zelf bepalen of ons leven klaar is of wanneer het lijden ondraaglijk is.
Het afkeuren van iemands verzoek om dodelijke middelen, vinden sommigen paternalistisch. Vaak wordt ge-zegd dat lijden subjectief is en dat alleen de patiënt zelf kan aangeven of het ondraaglijk is. Hierbij speelt het idee dat mentale toestanden in het hoofd zitten en dat die alleen kunnen worden beoordeeld door bij jezelf naar binnen te kijken. En dat nu is volgens Den Hartogh problematisch. Want het is maar helemaal de vraag of dat eigen oordeel als onfeilbaar kan worden gezien en of een keuze als  autonoom kan worden beschouwd als die in je eigen hoofd is opgekomen. Want volgens Den Hartogh bedenken we helemaal niets zelf! Alles komt voort uit interactie met anderen. Dierbaren kennen je soms zelfs beter dan jijzelf.

De kern van autonomie is uiteindelijk dat je er zelf achter staat. En het is belangrijk om dat te toetsen. Dus de controle op een zelfgekozen levenseinde is geen vorm van paternalisme. Want \het is maar helemaal de vraag of iets mag of dat het juiste wordt gedaan na een toetsing van jouw autonome opvatting,  een goed overleg met je naasten en een juiste controle door ‘deskundigen’. Dit, indachtig de constatering van zo-even dat we helemaal niets zelf bedenken. Alles komt voort uit interactie met anderen…. En dat kan eventueel resulteren in een eigen, autonome opvatting over mijn voltooide leven.


  • Herman




11. Meer keuzevrijheid van sterven is gewenst

     

Fransien van ter Beek, voorzitter van de Raad van Be-

stuur van de NVVE heeft onlangs een artikel geschreven

over bovenstaand onderwerp. Hieronder een verkorte

versie daarvan.

Signalen stapelen zich op. Liefst 86 procent van de Ne-

derlanders vindt dat het makkelijker moet worden om

euthanasie verleend te krijgen. En ruim zeven op de tien

Nederlanders vinden dat er een wet moet komen die

stervenshulp mogelijk maakt voor ouderen die vinden

dat hun leven voltooid is.  Steeds geeft een overgrote

meerderheid er blijk van dat het leven niet perse geleefd

moet worden tot er op een natuurlijke manier gestorven

wordt.  En het niet meer de vraag óf, maar hóe die wens

vorm moet krijgen. Logischerwijs gaan de gedachten in

eerste instantie uit naar aanpassing van de huidige

Euthanasiewet (Wtl).  Maar wie dieper kijkt, komt al snel

tot de conclusie dat dit geen goed plan is. Wél een goed idee is, om  een nieuwe wet op te tuigen náást de Wtl om de mogelijkheden voor een zelfgekozen levenseinde uit te breiden.   


De Wtl (2002) maakt het artsen mogelijk patiënten met een doodswens te helpen, mits er aan wettelijke zorg-vuldigheidseisen wordt voldaan. Dit, om artsen bescherming te bieden. Door wettelijke zorgvuldigheidseisen  weten artsen waar zij aan toe zijn. En de Wtl is in overeenstemming met de artseneed, waarin onder meer staat: ‘ik zal lijden verlichten, ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen’ en ‘ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden’. De Wtl wordt daarom ook wel een artsenwet genoemd: het is uiteindelijk aan de arts is om wel of niet in te gaan op het euthanasieverzoek van de patiënt. Het gaat om een verzoek in geval van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Als arts en patiënt samen tot die conclusie komen, dan mag de arts euthanasie verlenen. Maar een arts kan altijd nee zeggen als gewetensbezwaren een rol spelen. Er is dan wel de morele en professionele verplichting een patiënt te verwijzen naar een collega die die bezwaren niet heeft.  

De Wtl is een schoolvoorbeeld van uiterst zorgvuldige wetgeving. En de toetsende instantie, RTE, conclu-deert jaar in jaar uit dat de euthanasiepraktijk in Nederland uiterst zorgvuldig is. Dat is ook steeds de conclusie van de vijfjaarlijkse evaluatie over de Wtl. Waarschuwingen voor wildwestpraktijken zijn op geen enkele ma-nier bewaarheid geworden. Maar het aantal keren dat euthanasie wordt verleend vormt nog steeds een fractie van het totaal aantal sterfgevallen. In de loop der tijd is dat toegenomen naar 9.068 overlijdens in 2023. Het is nog altijd zo dat een patiënt niet zelden een zwaar ‘examen’ moet afleggen om een euthanasieverzoek ingewilligd te krijgen.


Bij een uitbreiding van de stervenswensen gaat het om mensen die niet uitzichtloos en ondraaglijk lijden met een medische grondslag. Het is dan dus niet nodig en ook niet logisch artsen hiermee te belasten. Een onderzoek door een  commissie onder leiding van Paul Schnabel concludeerde in 2016 dat een wijziging van de wet niet gewenst was. Het belangrijkste argument was dat het bij voltooid leven ‘slechts’ om een kleine groep mensen ging. De redenering van Schnabel c.s. was dat veel mensen weliswaar zéggen dat hun leven voltooid is, maar vaak op grond van een stapeling van ouderdomsaandoeningen. De commissie-Schnabel concludeerde niet dat er geen mensen zijn met een voltooid leven, maar dat ‘hun aantal waarschijnlijk klein is’. Om hoeveel mensen het precies gaat, doet er eigenlijk niet toe. Het gaat over een principieel onderwerp, vrijheid van sterven. En feit is dat de samenleving mensen die niet verder willen leven, momenteel aan hun lot overlaat. Zij staan voor de keuze het leven tegen heug en meug uit te zitten of het heft in eigen handen te nemen. En dit laatste leidt zelden tot een humane manier van sterven.


Het wordt dan ook hoog tijd dat onze politici gehoor geven aan het sentiment in de samenleving rondom een zelfgekozen levenseinde. Het is tijd om na en naast de Wtl een belangrijke volgende  stap te zetten. Door een wet naast de Wtl, die benoemt onder welke voorwaarden hulp bij een zelfgekozen levenseinde mogelijk is. In die nieuwe wet moet de autonomie van de burger met een doodswens centraal staan. D66 is vooralsnog de enige partij die werk maakt van een dergelijke wens van de overgrote meerderheid van de Nederlanders. Spreken over de dood en het zelfgekozen levenseinde is kennelijk nog altijd een taboe. We moeten echter onze ogen er niet langer voor sluiten dat er mensen zijn die lijden aan het leven of ‘levensmoe’ zijn. Bovendien, de samenleving vergrijst in rap tempo. De uitstekende gezondheidszorg zorgt ervoor dat ziekten waar we vroeger dood aan gingen uitgebannen worden, of steeds beter behandelbaar. Het resultaat is dat ouderen soms tot de conclusie komen dat zij een prachtig leven hadden, maar op enig moment beseffen dat het leven geleefd is. Zij willen niet verder aftakelen en willen er welbewust voor kunnen kiezen te sterven op de manier en op het moment dat zij dat zelf willen. Wegkijken, net doen of het er niet is, dát is pas onmenselijk.


Uiteraard moet een legaal, door de overheid gereguleerd stervensmiddel met waarborgen omkleed worden. Kwetsbaren in de samenleving verdienen bescherming. Niemand mag het idee krijgen er niet meer te mogen zijn. Maar het kan en mag niet zo zijn dat de beschermwaardigheid van het leven betekent dat er een plicht tot leven is. Het zou een overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking rust geven als de mogelijkheid er is zélf te kunnen bepalen wanneer het einde daar is.   


  • Herman